Gedicht van C. Buddingh’ over schaakpartij Timman-Jansen werd halve eeuw geleden geboren
Door Hans Berrevoets
DRECHTSTREEK – De schaakverenigingen Dordrecht en Sliedrecht besteden aandacht aan een schaakvers van de Dordtse dichter C. Buddingh’ (1918-1985). Buddingh’ ontdekte de latere grootmeester Jan Timman vijftig jaar geleden. Dat was op zaterdag 10 december 1966 in Delft tijdens een partij van de nog net geen vijftien jaar oude Jan Timman tegen Leo Jansen van Dordrecht 1. Timman werd toen al een groot talent genoemd. Jansen behoorde met Pank Hoogendoorn en Henk van Donk tot de sterkste spelers van de regio Drechtstreek.
“Bij een vroege partij van Jan Timman” was een dierbaar gedicht van Buddingh’. Hij was een enthousiaste schaker in het eerste team van Dordrecht, dat speelde in de landelijke competitie. Toen hij in 1978 tot ereburger werd benoemd van Dordrecht, werd het gedicht gepubliceerd bij zijn Hollands Dagboek in het NRC/Handelsblad.
Leo Jansen was vijftig jaar geleden voorzitter van schaakclub Dordrecht en beleefde een creatieve tijd. Het erelid van Dordrecht lanceerde kort daarna (januari 1967) voor de eerste keer een nieuwe opening, die later te boek is gezet door zijn leerling van scholengemeenschap de Lage Waard in Papendrecht, Jerry van Rekom.
“De Leeuw, het Zwarte Wapen” beleefde vanaf 1997 vier herziene drukken en ging in een Engelse vertaling de wereld rond. Vooral vanuit schaakclub Sliedrecht werd veel werk verzet voor de opening van Leo Jansen. Dat legde de vereniging onder voorzitterschap van inmiddels Jerry van Rekom geen windeieren.
De clubs beschouwen aandacht voor de gebeurtenissen van vijftig jaar geleden als schaakpromotie. De archivaris van SC Dordrecht, Ton Slagboom, stelde na onderzoek vast dat Leo Jansen op 10 december 1966 tegen Timman speelde. Buddingh’ keek vanaf het achtste bord mee en kreeg inspiratie voor een gedicht. De wedstrijd tegen Delft ging overigens voor de Dordtenaren verloren.
In november 2010 speelde Leo Jansen in Sliedrecht een erepartij tegen Jan Timman, toen de vereniging Sliedrecht het 75-jarig bestaan vierde. Timman was intussen 45 jaar ouder geworden, maar stond ook in de historie te boek als sterkste schaker na de Nederlandse wereldkampioen van 1935, Max Euwe. Hij won ditmaal wel van Leo Jansen. Uiteraard kende Jan Timman, een liefhebber van poëzie, het Buddingh’ gedicht. Volgens Leo Jansen benutte Buddingh’ bij het beschrijven van zijn partij ook zijn literaire vrijheid, maar hij was er wel trots op om zo een deel van de literaire geschiedenis te zijn geworden.
Het gedicht:
Bij een vroege partij van Jan Timman
‘k Zag je voor ’t eerst, Jan, bij een wedstrijd tussen
Dordrecht en Delft. Jij speelde aan ’t tweede bord
tegen Leo Jansen. Je was nog maar veertien,
maar al na ’n uur had Leo zó’n rood hoofd.
Zelf zat ik aan bord acht. En telkens als ik
gezet had ging ik even kijken of hij
nog altijd leefde: twee pionnen achter,
maar ongelijke lopers en iets meer tijd.
Je zat erbij als ’n dromerig leerling-beultje,
haast verontschuldigend, alsof jij ’t ook
graag anders had gezien, maar ja: het moest.
Het was je vak, daarvoor was je gekomen.
Toen Leo er toch nog remise uit goochelde
keek je eerder beteuterd dan bedroefd.