Op woensdag 17 augustus was de vijfde ronde van het PK. Evenals de vorige keer opent de verslaggever het verslag met een overwinning van Nathanael Spaan (2132). Dit keer hoefde hij er echter een stuk minder voor te doen, want tegenstander Bart Dubbeldam (1994) had zich eerder die dag ziek gemeld. Een zogeheten ‘win by default’ voor Spaan. Om 19.45 uur gaf Simon van der Beek het startsignaal om de partijen te laten beginnen. Op dat moment ontbraken er vier spelers uit de A-groep en drie spelers uit de B-groep. Gelukkig was ook dit keer iedereen vóór 20.00 uur aanwezig. Marc Schroeder (1964) arriveerde als laatste en nam zijn opgevouwen fiets mee de speelzaal in. Toevallig was Marc ook als eerste klaar. In eerste instantie kwam hij een pion achter en zag het er niet best uit voor hem. De witte dame van tegenstander Wijnand Rijnders (1819) stond op a7, terwijl zwart lang had gerokeerd. Ergens, maar geen idee waar of wanneer, ging het mis bij Wijnand. Marc dreigde met zijn dame en toren mat te geven op g2. Wijnand dacht even nog eeuwig schaak te hebben, omdat Marc met zijn koning heen en weer ging van a8 naar b8. Vlak voor dezelfde stelling drie keer op het bord kwam, speelde Marc echter zijn toren tussen de witte dame en zijn koning. Wijnand gaf op en noemde het onsportief dat Marc deed alsof het eeuwig schaak was. Marc probeerde bij de bar nog uit te leggen dat het na …Ta5 niet per se over was voor wit, maar Wijnand wilde hier niets van weten. Afijn, de verslaggever vindt het jammer dat er in de stille speelzaal een eenzijdige ruzie ontstond. De partij tussen Arjan van der Leij (1994) en Fabian van Buuren (1924) was in principe kort maar krachtig. In een Alapin wist Arjan zijn paard op e5 te plaatsen. Hij keek echter verder dan de vijfde rij en speelde op een gegeven moment Pxf7! Daar bleef het niet bij, want een paar zetten later sloeg Arjan ook met zijn dame op e6. Een mislukte opening voor zwart dus. Fabian probeerde er nog iets van te maken, maar hij wist niet meer te herstellen van deze achterstand. Pas na 23.00 uur waren de laatste mogelijkheden verdwenen en gaf Fabian zich over. Aan het eerste bord speelde Rick Lahaye (2398) tegen Wim Westerveld (2087). Rick koos een voorzichtige opzet met pionnen op c3, d4 en e3. Op een gegeven moment had hij nog 1:03 op de klok en Wim nog 0:39. Anderhalf uur later waren de kloktijden ongeveer 0:22 en 0:05. Het is sowieso al lastig om Rick te verslaan, maar het wordt niet makkelijker als je ook nog eens een flinke tijdachterstand hebt. Mede door de tijdnood van Wim wist Rick een doorbraak te forceren op de koningsvleugel. Hoewel het op basis van materiaal nog gelijk stond, waren de pionnen rondom de zwarte koning grotendeels verdwenen. Rick wist hier wel raad mee. Aan het tweede bord speelde FM Stefan Tabak (2240) tegen John Leer (2002). Net als bij de partij aan het eerste bord, had ook hier de witspeler een flinke tijdvoorsprong. Toen de verslaggever een rondje langs de borden liep, had Stefan nog 1:18 staan, terwijl John het met 0:29 moest doen. In de partij wist Stefan een pion op de zesde rij te krijgen, maar het was op dat moment niet duidelijk of dat nou een voor- of een nadeel was. Wellicht was het laatste het geval, want John wist deze partij in de tijdnoodfase te winnen.
Drie borden lager speelde FM Gert Timmerman (2279) tegen Henk van der Velde (2073). In een Caro-Kann wist Gert een pion voor te komen, maar daarentegen stond zijn loper wel opgesloten op h3. Toen er wat stukken werden geruild, deed het zwarte paard actief mee in de strijd, terwijl de witte loper nog altijd opgesloten was. Henk wist een pion terug te veroveren, zodat het op basis van materiaal weer gelijk stond. Er verdwenen weer wat schaakstukken van het bord, waarna Henk een vrije a- en b-pion had, en Gert alleen een dubbele g-pion. Dit wist Henk koeltjes uit te spelen. Aan het achtste bord speelde Leo de Jager (1933) tegen Bart van Putten (1929). Op basis van rating waren de spelers dus gelijk aan elkaar. In de Hollandse verdediging wist Leo zijn lopers richting de zwarte koning te richten. De diagonalen kwamen plotseling open en het zag er prima uit voor Leo. Er werden wat stukken geruild, maar dit was niet in het voordeel van Bart. De combinatie dame en loper bleek sterker dan de combinatie dame en paard. De witte dame bewoog heen en weer op de zevende en achtste rij op zoek naar een zwakte. Deze werd uiteindelijk gevonden in het zwarte paard. De mooiste partij was tussen Joop Huijzer (1908) en Daniël van Loenen (1889), maar u mag natuurlijk twijfelen aan de objectiviteit van deze uitspraak. De verslaggever heeft simpelweg een zwak voor 7…Kf8 in de Franse opening (1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pc3 Lb4 4.e5 c5 5.a3 Lxc3+ 6.bxc3 Pe7 7.Dg4 Kf8). Aangezien de verslaggever deze variant ook regelmatig heeft gespeeld, is het altijd leuk om te zien hoe zwart langzaam zijn tegenstander naar achteren drukt. In de partij wist Daniël een pion voor te komen. In de tijdnoodfase hadden beide spelers nog twee torens en respectievelijk zes witte en zeven zwarte pionnen. Toen Daniël een doorbraak wilde forceren op de damevleugel, ging Joop helaas door zijn vlag.
Aan het tiende bord maakte Rob Kalkman (1860) een pijnlijke fout. Zijn tegenstander Joey Brokaar (1999) speelde al ongeveer tien zetten met telkens één minuut op de klok, terwijl de tijd van Rob langzaam van de twintig minuten naar de vijftien minuten ging. Op een gegeven moment had Rob een toren op h4, een koning op f8 en pionnen op e5, f5, g6 en h7. Joey had een toren op a6, een koning op g2 en pionnen op a5 en f3. Wit was aan zet en er werd 42.Ta8+ gespeeld. Rob speelde vrij snel 42…Ke7, maar dit was de pijnlijke fout waar de verslaggever eerder naar verwees. 42…Kg7 had in ieder geval remise veilig gesteld, maar nu kwam er een trucje in de stelling na a6 – a7 – Th8! Dit kwam ook op het bord en het resterende eindspel van drie pionnen tegen toren werd door Joey gewonnen. Het was opmerkelijk dat er rond 23:00 uur nog negen partijen bezig waren in de A-groep. Het merendeel van deze partijen bevond zich nog in het middenspel, dus het was onvermijdelijk dat de tijdnoodfase voor chaotische stellingen zou gaan zorgen. Tussen 23:00 en 23:30 werden de partijen één voor één beëindigd, maar dit ging jammer genoeg met veel rumoer. Dat je na afloop van de partij een paar zinnetjes uitwisselt met je tegenstander is begrijpelijk, maar als dit op meerdere borden tegelijk gebeurt, dan wordt het erg rumoerig in de speelzaal. De verslaggever hoopt dat hier voortaan rekening mee wordt gehouden. In de één-na-laatste ronde zullen John Leer en Rick Lahaye tegen elkaar gaan spelen. John speelt volgens zijn TPR op meesterlijk niveau, dus hij zal zeker een uitdaging zijn voor Rick. In dit toernooi heeft John al gewonnen van Nathanael Spaan (2132), Remco Hylkema (2025) en FM Stefan Tabak (2240), terwijl alleen FM Gert Timmerman (2279) hem op remise wist te houden. Rick is dus gewaarschuwd…
In de B-groep waren er drie opvallende resultaten op basis van rating. Mario Angelo Dirks (1349) en Rienk Pluim (1315) hielden respectievelijk Piet Hofstee (1637) en René Geuskens (1628) op remise. Onderin de groep wist Jerry Sandifort (1405) zelfs een vol punt te pakken tegen Arie Langendoen (1612). Enkele B-groepers hebben hun notatieformulieren laten fotograferen, dus hun partijen worden naspeelbaar op de partijenpagina. Het is vooralsnog onduidelijk wie dit jaar de B-groep gaat winnen. In de vijfde ronde vielen er op de eerste twee borden geen beslissingen, waardoor de winnaars aan het derde en vierde bord langszij konden komen. In de zesde ronde spelen alle schakers met vier punten tegen elkaar: Gerard Kastelein tegen Steven de Wilde, Paul Dekker tegen Floris Doolaard, en Willem-Jan van den Broek tegen Hans van Nieuwenhuizen.
Door Ricardo Klepke
Uitslagen, standen en indelingen zijn te vinden op de PK-pagina
Voor foto’s ga je naar de fotopagina
Ingeleverde partijen zijn na te spelen op de partijenpagina